In ons dagelijks leven is doordenderen maar wat makkelijk. Alles moet efficiënt en doelmatig zijn, overzichtelijk en productief. Maar wat als je dat nu even helemaal loslaat? De boel vertraagt, definities omwoelt, hokjes opengooit? Componist Merlijn Twaalfhoven weet als geen ander hoe bevrijdend dat kan zijn. Niet alleen in de kunst, maar juist ook op allerlei andere vlakken van het leven. Op het Jaarcongres Veranderen met Impact vertelt hij hoe je leert waarnemen, voelen, denken en maken als een kunstenaar – en wat dat oplevert.
Door: Peper Hofstede
Neem een keur aan muzikanten, dansers en kunstenaars, een fanfareorkest en een dj, en zet ze allemaal samen in een scheepswerf. Dan kun je nog maar één ding doen: de nacht door dansen tot de zon opkomt. Zo zag de afstudeeropdracht van Merlijn Twaalfhoven eruit. “Het was een concert dat ook een feest was. Een heel project: ik moest budget regelen en de productie verzorgen, er moest publiciteit komen en beveiligers. Daarom deden we het ook twee avonden achter elkaar.”
Het werd een geweldig evenement, met een opvallende afwezige: de examencommissie. “Die wilden niet komen. ‘Stuur maar een partituur’, zeiden ze. Natuurlijk hadden afzonderlijke muzikanten bladmuziek, maar dat deed los van elkaar geen recht aan de totale beleving. Alsof je een festival probeert te beoordelen op een liedje. Toen heb ik maar partituren van eerder werk ingeleverd en slaagde ik gelukkig alsnog.”
Grensoverstijgend
Begin deze eeuw waren ze op het Conservatorium duidelijk nog niet helemaal klaar voor de grensoverstijgende composities van Merlijn. Al van jongs af aan wist hij dat hij van muziek zijn werk wilde maken. Maar als muzikant bleek die wereld behoorlijk rechtlijnig. “Ik speelde altviool. Maar voor het Conservatorium geldt: je behoort tot de wereldtop, of niet. En ik hoorde bij die laatste groep. Toen heb ik het nog een keer geprobeerd, maar dan als componist. Daar gaat het veel meer over je ideeën, je verhaal. Daarop ben ik toegelaten.”
Al snel ontdekte hij een fascinatie voor grenzen – en dan vooral voor het spelen daarmee. “Tussen muziek en niet-muziek bijvoorbeeld. In een compositie kan het prachtig zijn om ook het ruisen van de zee te laten horen, of fluitende vogels. Je kunt ook verschillende kunstvormen met elkaar laten samenwerken of je publiek een rol geven in de voorstelling. Als je in een orkest zit, de muziek maakt, dan wordt die muziek deel van jezelf. Natuurlijk kun je dat gevoel in de zaal met je ogen dicht benaderen. Maar uiteindelijk doorbreekt die laatste stap om ook zelf een actieve rol te spelen – van toehoorder naar deelnemer – de grens tussen het podium en de zaal.”
Schoonheid in stilte
Na het Conservatorium reist Merlijn naar verschillende conflictgebieden om daar samen met inwoners muziek te maken. Hij schrijft erover in zijn boek Het is aan ons: waarom we de kunstenaar in onszelf nodig hebben om de wereld te redden. Op Cyprus bijvoorbeeld, waar hij aan weerszijden van de bufferzone tussen het Griekse en Turkse gedeelte een concert organiseert met meer dan honderd deelnemers en instrumenten van fluiten en saxofoons tot olievaten en oude kanonnen.
Als de muziek per ongeluk even helemaal stilvalt, dringt ineens het geluid van het dagelijks leven aan de overkant van de afscheiding door. Spelende kinderen, getimmer van een meubelmaker, een kraaiende haan. Ineens hoort iedereen hoe dichtbij ‘de andere kant’ is, hoe normaal, hoe menselijk. Iets wat onmogelijk te componeren is, schrijft hij, maar juist gebeurt in de ruimte waar even niks gebeurt.
Er valt nog iets op bij het concert: de verwarring die ontstaat doordat ze er geen activistische boodschap opplakken. Geen missie, visie of politieke kleur. “Muziek kon zo een eigen plek scheppen, los van de uitgesleten sporen van politiek of activisme. Het was een gebeurtenis. Vreemd, ongrijpbaar, maar gewoon zichzelf. Een stukje tijd en schoonheid om te ervaren. Zo ontstond een uur lang een ontspannen ruimte waarin niet het verleden of de toekomst telde, maar het nu een plek kreeg.”
De kunstenaarsmindset
Die ruimte creëren, dat zouden we vaker moeten doen, bepleit Merlijn. En juist niet alleen in de kunst, maar ook in het bedrijfsleven, de politiek of het onderwijs. Dat kan, zegt hij, door het ontwikkelen van een kunstenaarsmindset.
“We zijn gewend te denken aan een kunstwerk als een af product,” zegt hij, “maar het is het resultaat van een heel proces. Kijk bijvoorbeeld naar hoe een kunstenaar werkt in een atelier of in een repetitielokaal. Dan zie je dat er heel veel onderzoek is, heel veel spel, heel veel experiment, gebaseerd op vaardigheid. Dat zijn de dimensies die horen bij een kunstenaarsmindset.”
De eerste stap is meteen een lastige. “Het begint met helder waarnemen, en daar heb je aandacht voor nodig. En dan weet je al: dat is iets wat in deze tijd best zeldzaam is.” Het is dus handig als je een tijd en een plek aanwijst waar aandacht even niet over honderd verschillende dingen hoeft te worden uitgespreid. “Met aandacht kunnen we schoonheid ervaren en dat is een belangrijke voorwaarde voor hoop.”
Dan komt het voelen. “Ik maak het een beetje zwart-wit, maar er zijn veel plekken in de professionele wereld waar geen ruimte is voor emoties. Als je in de knoop zit met je gevoel, kun je in therapie gaan, maar dat is weer heel doelgericht.” Emoties moeten er ook gewoon kunnen zijn zonder dat ze direct opgelost moeten worden of ‘een plekje’ moeten krijgen.
De kracht van verbeelding
“Vervolgens kun je ook je verbeelding inzetten, je denkvermogen. Ik merk in de trainingen die ik geef dat veel mensen dat echt heel moeilijk vinden. Tegelijkertijd is het noodzakelijk voor iedereen die een visie wil ontwikkelen, je werkt per definitie toe naar iets dat nog niet bestaat. Probeer samen maar eens te praten over hoe de wereld eruitziet in 2050.” Die vraag leidt tot vertwijfelde gezichten en stamelende deelnemers.
“Een trucje dat daarbij werkt is om het persoonlijk te maken en het langzaam op te bouwen. Stel je voor dat je kinderen hebt die nu tieners zijn. Over tien jaar zijn ze twintigers. Kun je je dat voorstellen en hoe ziet hun wereld er dan uit? Zo pak je er steeds tien jaar bij. Dan heb je houvast, maar ga je ook de toekomst in. Dan kun je er ook andere vragen bij betrekken. Hoe is dan onze relatie met de natuur, met energie, met technologie tegen die tijd?”
Let wel: wat je je daarbij voorstelt hoeft niet waar te zijn, of zelfs maar waarachtig. In de kunstenaarsmindset is juist heel veel plaats voor niet-weten. “Dat is het speelse element. Het hoeft niet productief of efficiënt te zijn, we hoeven er niet morgen mee aan de slag te gaan. Denk aan het verschil tussen een ontwerper en een kunstenaar. Een ontwerper zoekt een oplossing voor een probleem, het moet iets opleveren. Een kunstenaar in een atelier start niet met zo’n opdracht, maar juist vanuit waarneming, gevoel een verbeeldingskracht.”
Maak faalruimte
De vierde stap is: doen. Máken. Dat vereist lef, de moed om faalangst direct in de ogen te kijken. “Met een frisse blik en doorzettingsvermogen, zonder angst om soms een tweede of derde poging te wagen als het niet direct al lukt.” Ook daarbij speelt niet-weten een belangrijke rol. Want als je niet weet wat iets zou moeten worden, als het überhaupt niets hoeft te worden, kan het ook niet mislukken.
“Dat is speelruimte, faalruimte. Een mooi voorbeeld is het voormalige NatLab van Philips, waar wetenschappers echt werden aangemoedigd om nutteloze dingen te doen. De missie was dat het geen resultaat mocht opleveren. Zo van: dat doe je maar ergens anders, daarvoor zijn we hier niet. Dit lab bestond juist om dingen te doen waarvan ze niet wisten waar het toe zou leiden. Dat is de kunstenaarsmindset.”
Hoe pas je dit concreet toe in je eigen werk en leven? Moet je radicaal de focus op resultaten loslaten? Nee hoor, zegt Merlijn, maar het gaat wel wat verder dan het organiseren van een jaarlijkse heidag. “Waar de heidag een vrije ruimte in het jaar is, zou je dat ook kunnen vertalen naar: waar zit de ruimte in de week, of in het proces, of hoe je met een opdracht omgaat.” De heidag als mentaliteit dus. Je komt al een heel eind als je daar bewust mee omgaat. “Je ontmoet elkaar in het ont-moeten.”
Onbegrijpelijk mooi en mysterieus
Wat daarbij helpt, is zorgen voor ervaringen. “Dit is waar ik echt van overtuigd ben: als je elkaar een ervaring kunt bieden, kun je elkaar veranderen. We verspillen over het algemeen veel energie aan het beïnvloeden van elkaars overtuigingen door op elkaar in te praten. Maar het gaat pas leven als je het iemand laat ervaren, laat voelen. Dat kan ook in de vorm van een goed verhaal. Ik kan je proberen uit te leggen wat pijn is, maar het komt pas tot leven als ik over die keer vertelde dat ik keihard van mijn fiets viel en over m’n stuur vloog. Dáár voelen mensen wat bij.”
Geef mensen een rol in het verhaal of de ervaring, en je krijgt ze mee. Dat nodigt uit om een situatie van meerdere kanten te bekijken, te ontsnappen aan tegenpolen en juist meer nuance, meer kleurverschil, meer opties te bezien. Dat betekent vertragen, stil zijn en stilstaan. “Door te vertragen vinden we ruimte om een glimp op te vangen van wat onbegrijpelijk mooi en mysterieus is. Daarmee ontstaat een uitweg uit ons functionele en resultaatgerichte systeem.”
Wat dit alles uiteindelijk oplevert, is dat je onzekerheidsvaardig wordt, zoals Merlijn het noemt. Dat je beter kunt meebewegen op de golfslag van het leven. “Dat woord hebben we nodig omdat we tegenover ‘onzeker’ te vaak ‘zeker’ zetten. We zijn gewend geraakt om alles te willen dichttimmeren, geen enkele ruimte te laten voor spontaniteit, tegenslag of toeval. Maar zo werkt het in veel situaties niet: daar is onzekerheid een gegeven. Dan kun je helemaal niet bewegen richting zekerheid. Maar je kunt je wel bekwamen in ónzekerheid, er goed mee leren omgaan. En de plek waar je dat leert, waar je onzekerheid kunt toelaten, is in het atelier van de kunstenaar.”
Wil je meer weten over de kunstenaarsmindset en hoe je die kunt ontwikkelen? Merlijn Twaalfhoven spreekt er op 15 oktober over op het Jaarcongres Veranderen met Impact, het gezamenlijk congres van Verhaal met Impact en The Change Studio. Na afloop van het congres krijg je het boek van Merlijn Twaalfhoven mee naar huis.