Dolf schreef deze column eerder voor Trouw. Een absurde voorstelling van ‘Dolfies BBQ-extravaganza’ met een realistische ontknoping. Hij slaat de spijker op z’n kop. Lees maar.
Een column van Dolf Jansen
Stel dat ik, later vandaag, of op wat binnenkort de laatste zomerdag van dit jaar wordt, in mijn achtertuin een grote barbeque zou organiseren. Echt mega. BBQ! Met meerdere grote roosters, met roasters ook, met veel mensen, met stapels houtskool en aanmaakblokjes en liters spiritus en een hoeveelheid vlees waarmee de BBB meerdere ledenbijeenkomsten zou kunnen cateren.
Stel dat mijn festiviteit een middag, avond en nacht lang lawaai genereerde, maar ook rookschade aan de huizen om ons heen, een helaas volledig uitgebrande schuur bij de achterburen, grote hopen afval, en nog dagenlang de geur van verschroeid vlees.
En stel dat ik daarna nauwelijks iets opruimde, en tegen mijn buren zei dat dat nou eenmaal is wat een serieuze barbecue oplevert, een beetje lawaai, een beetje rook, een beetje schade. Met als onderliggende boodschap dat ze niet moeten zeuren, want heel veel mensen hadden een topdag bij Dolfies BBQ-extravaganza.
Dan is het toch volstrekt normaal dat mijn buren, de rest van de straat en de gemeente Utrecht me op mijn gedrag aanspreken? Dat ze me laten opdraaien voor de schade, en dat ze me duidelijk maken dat dit onbeschaafde (en egoïstische) gedrag voortaan niet meer getolereerd zal worden?!
Dit zouden retorische vragen kunnen zijn, móeten zijn. Maar ik denk dat u allang begrijpt waar ik heen columniseer: dat dit soort gedrag, gedrag dat schade aan de omgeving en aan de mensen in de omgeving toebrengt, volstrekt genormaliseerd is.
Als ik namelijk een groot bedrijf zou zijn, een staalfabriek, een chemische fabriek, als ik een groot agrarisch bedrijf was of een luchthaven, zou ik op allerlei manieren mijn gang kunnen gaan, kunnen blíjven gaan, omdat alle gevolgen van mijn economische activiteit genormaliseerd zijn. Omdat gedaan wordt alsof het nou eenmaal zo is dat mensen in de buurt van zo’n staalfabriek zieker zijn dan gemiddeld en eerder dood gaan. Alsof het normaal is dat mensen bij zo’n chemische fabriek vreselijke kankerdiagnoses krijgen en hun moestuingroente niet kunnen eten. Alsof het normaal is dat allerlei bedrijven zoveel lozen in bijvoorbeeld de Maas, dat onze drinkwatervoorziening serieus gevaar loopt. Waar nog bijkomt dat niemand eigenlijk weet, laat staan controleert, wat en hoeveel er geloosd wordt. We doen alsof het normaal is dat een luchthaven lawaai en stikstof mag blijven uitstoten, terwijl de hele omgeving (en de rest van het land) daaronder leidt.
Laat ik het in simpele taal zeggen: dat is niet normaal. Dat is niet een gevolg van economische activiteit die we maar moeten aanvaarden. Daar kunnen we ons tegen verzetten.
Ik las, in het magazine REIS, een interview met advocaat Bénédicte Ficq. Zij verzet zich tegen allerlei zaken die ik hierboven noem (nee, niet mijn fictieve BBQ), en stelt CEO’s en bestuurders persoonlijk aansprakelijk. Want (eventuele) boetes worden gewoon betaald, en weggeschreven als kosten, terwijl de verantwoordelijken persoonlijke aansprakelijkheid weten te ontlopen.
Ik geloof oprecht dat we niet meer moeten aanvaarden dat alle soorten van schade en ongemak ons maar worden aangedaan, en dat we de verantwoordelijkheid, ook strafrechtelijk, bij die verantwoordelijken moeten leggen. Zodat iedereen, niet alleen mijn buren, weer veilig en gezond in de tuin kan zitten.
Dolf is dagvoorzitter en gespreksleider tijdens ons congres Gewenst Gedrag in 1 dag op 10 december. Schrijf je voor 15 oktober in met vroegboekkorting!
Deze column verscheen eerder in het Dagblad Trouw op 14 september 2024.